Site Overlay

about the work

Mijn werk begint bij observaties in de marge van het alledaagse. Wat me in die terloopse zône steeds opnieuw interesseert is wat socioloog Georg Simmel in 1903 al ‘objectieve cultuur’ noemde, die gekenmerkt wordt door een ‘veelheid van dingen naast elkaar’ en ‘snelheid van dingen na elkaar’. Het ene product, type of model wakkert het ontstaan van andere aan. Onze ervaring van tijd wordt bepaald door een aaneenschakeling en blinde wisseling in hoog tempo van goederen en objecten, die elkaar onderling volledig onverschillig laten.

Met deze ‘objectieve cultuur’ begon volgens Simmel ook de veruiterlijking (esthetisering) van het dagelijks leven: we hebben Schaufenster-Qualität nodig om de werkelijke (ruil)waarde van iets te verhullen. Achter de glans van die Schaufenster-Qualität schuilt onvermijdelijk tragiek, omdat elke vorm van glans uiteindelijk – volgens de natuurwet van de entropie, die voorschrijft dat orde onvermijdelijk in chaos verandert – verbleekt, kracht verliest, uitdooft, verstoft, uit elkaar valt en verdwijnt.

In mijn recente schilderijen gebruik ik acrylverf op glad gespoten aluminium paneel, waarbij ik associatief te werk ga vanuit beelden en beeldelementen die ik tegenkom in de wereld van Simmels ‘objectieve cultuur’ en ‘Schaufenster-Qualität’. Ik kan vallen voor signing in winkels, logo’s op vrachtwagens, de lay-out van huis aan huis verspreide folders, de kleurstelling van etiketten op supermarktproducten, transparante folie op een etalageruit, een spread in een glossy tijdschrift, de vorm van een onbestemd gebruiksvoorwerp uit een kringloopwinkel. Ik pluk vrij uit deze stroom van visuele impulsen, die vaak ook snel weer oplossen in het vacuüm dat de beeldovervloed met zich meebrengt. Daarbij is de schilderkunstige handeling voor mij altijd het beginpunt, intuïtief en zonder plan, en ga ik op zoek naar een eindbeeld dat ergens wel de schijn heeft van een logisch plan.  De combinatie van vloeibare verf en harde, gladde drager veroorzaakt een weerstand die contrastrijke werken voortbrengt, waarin elementen als hard en zacht, helder en diffuus, sturing en loslaten, intuïtie en logica om de aandacht strijden.

‘The world of over-modernity does not exactly match the one in which we believe we live, for we live in a world that we have not yet learned to look at.’  (Marc Augé, Non-places: introduction to an Anthropology of Supermodernity)

Stephanie Jansen

 

Scroll Up